Culinaire (fiets) reizen naar Italië
Naast wijn en koken ben ik verzot op reizen. Voor wijn geldt dat je er pas echt over mee kunt praten als je in de wijnregio bent geweest. Eenmaal in de wijngaard, in de kelder, aan de keukentafel van de wijnboer of in het restaurant om de hoek leer je echt hoe de wijn in elkaar zit. Dan vergeet je de smaak, de geur en het karakter van de wijn nooit meer. Voor mooie ingredienten geldt dat net zo! Olijfolie rechtstreeks van de pers proeven is onvergetelijk, de geur van de kaaskelder gaat nooit meer uit je geheugen en de ham smaakt in San Daniele zelf het allerbest.
Je begrijpt het, ik ga er regelmatig op uit. Inspiratie op doen, kennis vergaren en genieten van wijn en eten. De Champagnekelders van Reims in bijvoorbeeld, of wandelen langs de rotweinwanderweg in de Ahr in Duitsland. Op truffeljacht in Piemonte, de bistro keuken van Lyon ontdekken of het tapas-paradijs San Sebastian onveilig maken. Inmiddels ben ik op veel plekken geweest, maar er is nog veel te ontdekken, te proeven en te leren.
NIEUW! Veni, Vini, Bici – 4e Culinaire Fietsreis Najaarseditie Emilia (IT) 2 t/m 9 oktober 2024
Ben je net als wij verliefd op Italië? Houd je van koken en lekker eten en drinken? Ben je een enthousiaste fietser? Dan is dit de droomreis waarin alles samen komt. Ga met ons mee naar Italië voor een week van fietsen en culinair genieten. Inspanning en ontspanning in La Bella Italia. Veni, Vini, Bici!
Wij – Martijn en Ties – nemen je graag aan de hand. Martijn Hendriks (1972) is de drijvende kracht achter Eetwijn: Chef, vinoloog, fanatiek fietser en Italiëkenner. Ties Wijntjes (1999) is fietsavonturier, redacteur bij WielerFlits.nl en RIDE Magazine en smoorverliefd op Italië. Onze liefdes voor eten, wijn, Italië en fietsen verenigen wij sinds enkele jaren tijdens een culinaire fietsreis.
Onze eerste culinaire fietsreizen naar Valtellina (mei 2022) en Friuli (mei 2023) waren een
denderend succes. De rijke keukens, uitdagende fietstochten, het aanmoedigen bij de Giro d’ Italia en unieke verblijven zorgden voor reizen om nooit te vergeten. Dit voorjaar verbleven we een week in een schitterend kasteel in het noorden van Piemonte. We moedigden de Giro aan op de historische klim naar Oropa, nadat we de klim de dag ervoor zelf bedwongen hadden. We ontdekten de lokale wijnen van erbaluce en nebbiolo en lieten ons onderdompelen in de rijke keuken van de Piemonte. Al snel kwamen we tot de conclusie dat een jaar wachten wel erg lang is. Waarom niet een najaarsreis? De bestemming stond al lang op ons verlanglijstje. Andiamo!
Waar gaan we in het najaar van 2024 heen? EMILIA!
Na drie voorjaarsreizen gaan we voor het eerst in het vroege najaar op pad. We trekken naar één van onze lievelingsstreken, het prachtige, centraal gelegen Emilia-Romagna. De noordelijke helft van de streek (Romagna) wordt gekenmerkt door de Po-vlakte, terwijl je in de zuidelijke helft (Emilia) de Apennijnen treft. De regio heeft ook een enorm populaire kuststrook die begint onder Venetië en eindigt bij San Marino. Geografisch gezien kun je in Emilia-Romagna alles vinden: zee, polder, heuvels en het gebergte van de Appenijnen.
Vooral in het noordelijke deel van Emilia-Romagna is landbouw een belangrijke economische activiteit. Als je door het vlakke landschap rijdt met de auto of trein sieren talloze velden met graan, maïs, rijst en aardappels de horizon. Kom je bij de uitlopers van de Apennijnen, dan tref je eindeloze fruitgaarden en natuurlijkj wijngaarden. Hier zien de Apennijnen er misschien niet zo intimiderend uit als de Alpen of de Pyreneeën, maar vergis je niet: dit is evengoed een gebergte wat behoorlijk de lucht in schiet. De Appennijnen geven een heel divers beeld, van grillig en onherbergzaam tot liefelijk en kleurrijk. De Monte Cimone op de grens met Toscane is met 2.165 meter het hoogste punt van de provincie.
De hoofdstad van Emilia-Romagna is Bologna. De stad staat bekend om haar universiteit die de oudste ter wereld is. Verder is de stad beroemd om de basiliek van San Luca, de bijzondere architectuur met de vele rode huizen en de eindeloze ‘portici’ (winkel en wandelgallerijen). Bologna wordt ook nog eens gezien als het culinaire hart van Italië. Het is wel duidelijk waarom Bologna een aantal mooie bijnamen heeft: La Rossa (de rode), La Grassa (de vette) en La Dotta (de geleerde). Allemaal vrouwelijke bijnamen welteverstaan, want Bologna is boven alles een uiterst elegante stad. Je zou bijna vergeten dat naast Bologna de provincie nog veel meer mooie steden heeft: Piacenza, Parma, Ravenna en Modena om er maar een paar te noemen.
Waar verblijven we? Villa Monte Quercione net onder Bologna
Bij het uitrijden van de stad Bologna aan de zuidwestkant word je al snel verwelkomt door de ‘Colli Bolognesi’. De groene ‘heuvels van Bologna’ vormen een schitterende lappendeken op de uitlopers van de Apennijnen. Aan één van meanderende wegen door de groene heuvels ligt ons verblijf Villa Monte Quercione. De luxe en volledig gerenoveerde villa ligt panoramisch op de heuvel en vanuit de loggia en de ruime tuin kijk je eindeloos over de heuvels. De ruime en sfeervolle kamers zijn verdeeld over twee verdiepingen met eigen badkamers. Aan het terras is een heerlijke buitenkeuken met BBQ. Ook is er een prachtige jacuzzi om de vermoeide fietsbenen te laten ontspannen.
Het huis beschikt over verschillende zitkamers (met biljart) en een ruime keuken. In de keuken kunnen we lekker uit de voeten, Martijn zal zeker een avond inruimen om samen aan de slag te gaan. Ook de eetkamer is ruim en comfortabel en ook buiten op het terras naast het huis is een fijne plek om lang en uitgebreid te lunchen of dineren.
We ontvangen jullie hier op woensdag 2 oktober aan het begin van de avond met een aperitief. We verblijven de gehele periode (7 nachten) in Villa Monte Quercione. Op woensdag 9 oktober vertrekken we uit de Colli Bolognesi, waarschijnlijk met pijn in ons hart.
Fietsen – Wat staat er op het programma?
Emilia-Romagna staat bekend om haar rijkelijke keuken maar wordt op vele andere vlakken vaak een beetje vergeten. Onterecht, zeker ook als we het over fietsen hebben, want er is in de regio zo veel te beleven en te ontdekken. Van stille glooiende wegen in Colli Bolognesi, tot de muur van San Luca en vooral de ontontdekte beklimmingen in de Apennijnen.
Als het over wielrennen in Emilia-Romagna gaat, mogen we Marco Pantani niet vergeten. De in Cesena geboren coureur stond jarenlang bekend als een begenadigd klimmer, die niet te volgen was als hij zijn duivels ontbond. Zijn nalatenschap leeft nog altijd voort, door talloze Italianen wordt hij tot op de dag van vandaag geadoreerd, “Pantani Vive” vind je nog regelmatig op of langs de weg gekalkt. Een van de bekendste beklimmingen van de streek is dan ook zijn beklimming van de Monte Carpegna. De grillige en loodzware klim op de grens met de Marken was de ideale en favoriete training voor ‘de Piraat’.
Toch is er één beklimming in Emilia die er echt bovenuit springt: de beklimming naar de Basilica van San Luca. De helling overbrugt ‘slechts’ 199 hoogtemeters, maar doet dat in minder dan 2 kilometer en met uitschieters tot 18%. De San Luca heeft een rijke koershistorie als slotklim in de Giro dell’Emilia. Ook de Giro en heeft de beklimming meermaals opgenomen in haar parcours. Dit jaar finisht de tweede etappe van de Tour de France op de San Luca. Ons is het vooral om de Giro dell’ Emilia te doen, want daar gaan we op de zaterdag van ons verblijf het profpeloton in volle finale maar liefst vier keer langs zien scheuren! Een parcoursverkenning kan uiteraard niet ontbreken, dus we gaan de helling zelf ook voelen.
Voor de koninginnenrit duiken we de Apennijnen in. Dit berggebied kent niet de iconische toppen ruim boven de 2.000 meter, maar reken maar dat je er wordt getest. De hoogste top van de provincie is de Monte Cimone met 2.165 meter. Over het algemeen zijn de beklimmingen wat korter, maar volgen ze elkaar in vlot tempo op. Weinig tijd om te herstellen dus en alle ingrediënten voor onvergetelijke ritten door een eindeloos landschap. Emilia is ook een streek vol historie, prachtige natuurparken, slaperige en vervallen middeleeuwse dorpjes en zeer veel herinneringen aan tal van veldslagen in de twee wereldoorlogen. Er valt genoeg te zien op de fiets!
Wat zeker niet zal ontbreken is een koffieritje naar Bologna. We gaan zien of de beroemde Garisenda toren nog overeind staat (de toren staat zo scheef dat er grote zorgen zijn of hij het houdt) en rijden even naar het Piazza Grande wat de lokale volkszanger en held Lucio Dalla zo mooi over zingt. Het plein is een must als je de stad bezoekt. Wie weet drinken we wel twee keer koffie, want het Piazza Santo Stefano met zijn zeven kerken is eveneens een bezoek meer dan waard. Genoeg variatie in het de verschillende fietsritten dus. De ritten zullen qua afstand variëren van 30 tot 120 kilometer, terwijl er dagelijks 300 à 2.000 hoogtemeters op het programma staan.
Culinair programma – Wat staat er op het menu?
De keuken van Emilia (Romagna) biedt zo ongeveer alles wat een culinair hart begeert: lasagna, tortellini, Prosciutto di Parma, mortadella, pancetta, Aceto Balsamico, Parmigiano Reggiano. We vallen letterlijk en figuurlijk met onze neus in de boter. In de Middeleeuwen werden de Parmigiano Reggiano en de Prosciutto di Parma al geëxporteerd naar alle uithoeken van de wereld. Het hart van het culinaire Emilia-Romagna wordt gevormd door de hoofdstad Bologna. Zogezegd de stad heeft als bijnaam La Dotta, de geleerde; een verwijzing naar de oudste universiteit van Italië die hier in 1181 werd geopend. De tweede bijnaam is echter: La Grassa, de vette. Overvloedig en stevig tafelen is hier het credo dus. Piadina De eerste keer dat de piadina in de letteren opduikt is in de 14e eeuw, wanneer een kardinaal het recept van het brood van het volk van Romagna uit de doeken doet. Nu vind je de piadina door heel Italië, maar de dikte en grootte van het brood verschilt wel per gebied. Je komt de piadina vooral tegen in speciale kiosken (piadinerie) waar je keuze hebt uit verschillende vullingen. Heerlijk om mee te lunchen, bijvoorbeeld als stop onderweg tijdens een lange rit.
Parmigiano Reggiano, de koning der kazen, wordt gemaakt van melk van koeien uit een gecontroleerd gebied; de beesten hebben vrij rondgelopen en alleen groenvoer gegeten. In de kaasmakerij worden de 60 kilogram zware, verse kazen gezouten en aan de lucht gedroogd om een stevigere korst te krijgen. Vervolgens worden ze getransporteerd naar grote opslagloodsen, kathedralen genoemd, waar ze nog eens minimaal 18 maanden rijpen alvorens ze de weg naar de consument vinden. Een bezoek aan een kaasmaker staat zeer hoog op ons lijstje! In Emilia behoort het maken van ham tot een eeuwenoud meesterschap.
De Prosciutto di Parma heeft het DOP-predikaat, hetgeen staat voor Di Origine Protetta, letterlijk vertaald: ‘aan de bron beschermd’. Een van de eisen is bijvoorbeeld dat de varkens afkomstig moeten zijn van gecontroleerde varkenshouderijen. Hun leven lang mogen ze niets anders gegeten hebben dan wei (afvalproduct van de Parmigiano Reggiano), gerst, maïs en fruit. Als ze tien maanden zijn en een gewicht van minimaal 160 kg hebben bereikt, worden ze geslacht. De bouten (10 kg) worden met zout ingewreven en in koelcellen opgeslagen. Als de ham genoeg water heeft verloren, wordt hij in grote hallen aan de lucht te drogen gehangen; het snijvlak wordt ingesmeerd met reuzel, rijstmeel en peper. Alleen indien de ham aan alle strenge eisen voldoet, mag deze zich Prosciutto di Parma noemen.
En wat denk je van Tortellini? Volgens een mooi Italiaans verhaal zouden tortellini zijn gemodelleerd naar de navel van Venus, de godin van de schoonheid. Volgens de middeleeuwse verhalenverteller Tasso zou een waard ze voor het eerst hebben gemaakt nadat hij een van zijn gasten had bespied door het sleutelgat. Hij zag slechts haar navel, maar die was van zo’n bijzondere schoonheid dat de waard bij het maken van de pasta niets anders meer zag en zo een perfect evenbeeld van deze navel creëerde. Se non è vero, è ben trovato, zou een Italiaan zeggen. Als het niet waar is, is het in elk geval mooi bedacht! Tortellini is niet te missen tijdens een verblijf in Emilia en wordt vaak geserveerd in een krachtige bouillon (brodo).
Zo bekend als Emilia Romagna is om haar culinaire specialiteiten; zo onbekend zijn de wijnen. Het merendeel van de wijnen wordt gevormd door de rode Lambrusco. Oorspronkelijk was Lambrusco een droge wijn met een geurig bouquet. De grote coöperaties in dit gebied (zie de film ‘Novecento’) hebben de wijn tot het massaproduct omgevormd. In de regio is gelukkig weer een aantal kleine producenten zoals Fattoria Moretto uit Castelvetro, die de oorspronkelijke droge Lambrusco in ere herstellen. Daar willen we je zeker kennis mee laten maken, je weet niet wat je proeft! Ook in de Colli Bolognesi worden verrassende rode en witte wijnen gemaakt. Ook de fraaie mousserende Pignoletto is onmisbaar! We vergeten nog de olijfolie en de Balsamico, de vraag is of we aan een week voldoende zullen hebben in Emilia. Als altijd gaan we op zoek naar de beste, meest bijzondere en authentieke osteria’s, trattoria’s en ristorante. Laat dat maar aan ons over. Ook een traditioneel bezoek aan de beste lokale pizzeria zal niet ontbreken, met een biertje natuurlijk.
Prijsindicatie en aanmelden
De prijs voor de Culinaire Fietsreis naar Emilia hebben wij voorlopig vastgesteld op €1795,- per persoon. Wanneer we het programma definitief hebben kunnen we de prijs bevestigen (we verwachten slechts marginale aanpassingen in de prijs).
Aanmelden kan door te mailen naar martijn@eetwijn.com. We sturen je dan een aanmeldingsformulier met de betalingsinformatie.
De prijs heeft betrekking op het volgende:
- Verblijf van 7 nachten in Villa Quercione – Zola Predosa / Emilia-Romagna
- Ontbijt, lunch en diner voor alle dagen,
- Alle drankjes (excl. wijn in restaurants)
- Eten en voorzieningen om de fietsritten goed door te komen,
- Alle workshops, bezoeken, excursies en uitstapjes
Wat is niet inbegrepen?
- Wijn tijdens lunch/diner in de restaurants
- Persoonlijke uitgaven, Verzekeringen
- Vervoer van Nederland naar Italië v.v.
- Gebruik 1 persoonskamer (toeslag nog te bepalen)
Praktische zaken
- Villa Quercione ligt net buiten het dorp Zola Pedrosa en in de heuvels net ten zuidwesten van de stad Bologna. Vanaf Utrecht is het 1250 km rijden naa Villa Quercione. De snelste aanrijroute is via Duitsland, Basel, de Gotthard tunnel en verder via Milaan en Parma.
- Vliegen kan uitstekend op Bologna Aeroporto Guglielmo Marconi (12km rijden van de Villa Quercione). Ook is het goed mogelijk om per trein te reizen. De route is dan per nachttrein van Amsterdam via Basel naar Milaan (nightjet). Van Milaan is er een supersnelle verbinding naar Bologna. Je kan ook met de nachttrein naar Innsbruck en vanaf daar de trein naar Bologna pakken.
- Als je niet per eigen vervoer maar met de trein of vliegtuig reist, bieden wij de mogelijkheid om je racefiets van Amsterdam naar Italië per bus te vervoeren . Als we weten hoeveel animo hier voor zullen we onze bus daar op aanpassen. Ter indicatie zullen de kosten van het vervoer tussen de € 100 en €150 zijn per fiets.
- We gaan uit van Afhankelijk van de precieze groepssamenstelling maken we de verdeling over de verschillende kamers.
- De groepsgrootte voor de reis zal maximaal 12 personen zijn (en 2 personen begeleiding).
- Het programma is voorlopig en wordt ruim voor vertrek definitief gemaakt.
3e Culinaire Fietsreis Piemont (IT) 29 april t/m 6 mei 2024
Verslag volgt
2e Culinaire Fietsreis Friuli (IT) mei 2023 Reisverslag
Na het daverende succes van de eerste culinaire fietsreis naar Valtellina (mei 2022), stond in het voorjaar van 2023 de twee editie op het programma. Als bestemming kozen we voor een oude liefde van Martijn: de regio Friuli. Met een groep van 11 trokken we naar het uiterste Noordoosten van Italië voor een week van fietsen en genieten van al het moois dat de regio op het gebied van eten en drinken te bieden heeft. Als dikke bonus waren we getuigen van de ultieme ontknoping van de Giro d’ Italia.
Ons verblijf: Villa Castello di Brazza
Na de prachtige verblijven tijdens onze eerste reis in Valtellina lag de lat hoog. Maar ook tijdens onze reis naar Friuli hadden we het voortreffelijk voor elkaar. Ons thuis was een week lang Villa Castello di Brazzà in Moruzzo. De villa bevindt zich ten noordwesten van de stad Udine, op de restanten van een Romeinse heuvel en naast de ruïne van het 10e-eeuwse Castello di Brazzà. De villa was zeer ruim met een professionele keuken, prachtige unieke ruime kamers, meerdere grote zitkamers en zelfs een park direct achter het huis. Klap op de vuurpijl was een ommuurd zwembad met uitzicht op de bergen. Op dinsdag 23 mei ontvingen we de deelnemers met een diner op de villa. Iedereen was vol verwachting.
Dag 1. woensdag 24 mei Welkom in Friuli
Onze eerste fietsdag stond in het teken van een lokale fietsheld: Ottavio Bottecchia (de eerste Italiaanse winnaar van de Tour de France). De rit van zestig kilometer voerde ons onder andere langs de Tagliamento-rivier. Direct aan de rivier maakte we een korte stop bij het monument ter ere aan de fietsheld Bottecchia. Zijn dood is tot op de dag van vandaag een mysterie (was het de maffia, een ongeval, een boze boer?). De eerste kilometers reden we nog in de regen (de enige van de week), maar kort voor de koffiestop in de hamhoofdstad San Daniele del Friuli brak de zon door. Op het terras, onder het genot van de eerste Italiaanse koffie, konden de armstukken en regenjacks uit. Toen de San Daniele prosciutto op tafel verscheen, lachte het leven ons helemaal toe.
In de middag hadden we een afspraak met Michele Ciani van wijnhuis Aquila del Torre. Het wijnhuis ligt in de heuvels van de Colli Orientali. Michele’s wijngaard in de vorm van een natuurlijk amfitheater is de ster van de show. Aquila del Torre is volledig biodynamisch, aandacht voor flora en fauna staat centraal. Natuurlijk kregen we alle wijnen te proeven, eerst op het wijngoed en later bij restaurant Osteria al Gjal Blanc van chef Michele Gargani. Michele gebruikt de lokale Friulaanse keuken als basis, maar past daar technieken op toe die hij leerde tijdens periodes waarin hij als chef werkzaam was in Amerika en Japan. De Friulaanse keuken met een moderne, verfijnde twist dus. We vierde de verjaardag van Martine
en zongen mee met DJ Michele. Dag één was gelijk een aangename kennismaking met Friuli!
Dag 2. Donderdag 25 mei Inspannen en ontspannen
Het eerste serieuze klimwerk stond op het programma, op naar de Julische Alpen de bergstreek die Oostelijk, Italië en Slovenië verbindt. Het klimmen begon in de wijngaarden die het gebied zo kenmerken, maar al gauw voerde de route ons door diepgroene bossen en over kleine, rustige wegen naar de Plan dal Jof. De klim was een echte loper om lekker in je ritme te komen. Met de klim in de benen was het tijd voor een simpele maar heerlijke lunch bij een lokale trattoria, aan tafel bij nonna. Dit was puur ontspannen; la dolce vita. Aan het eind van de rit stonden er ruim 70 kilometer en 1000 hoogtemeters op de teller. S avonds lieten we ons in de watten leggen bij Al Tiglio, een chique restaurant op een steenworp van onze villa. Daar maakte we kennis met de prosecco van onze overburen (letterlijk!) en de veganistisch keuken van chef Max. Dat leverde zeer fraaie gerechten op die er ook nog eens prachtig uit zagen. Vooral de verfijnde desserts maakten veel indruk. Een heerlijk ontspannen zwoele avond die vroeg om een afzakkertje bij de villa.
Dag 3 vrijdag 26 mei Proeven en koken
Op vrijdag was er geen fietsrit gepland, tijd om te ontspannen bij het zwembad, in de tuinen of mee te gaan naar wekelijkse versmarkt in Fargagna. Martijn gaf tekst en uitleg over de heerlijke verse groente en fruit. We liepen binnen bij de zuivelcoöperatie van het dorp voor tassen kaas en meer. Ook was er een onverwachte ontmoeting met Fabio: pastamaker, verhalenverteller en fan van Nederlandse muziek (Golden Earring, Focus en Cuby + blizzards). Een zeer kleurrijke, wonderlijke en leerzame ontmoeting (en heerlijke ravioli).
’s Middags bezochten we het Unesco stadje Cividale del Friuli. Het prachtige dorpje met de indrukwekkende brug en ouderwetse stadscentrum is erg mooi en leent zich perfect voor een ontspannen lunch. In ons geval bij Al Monastero, waar we in de binnentuin genoten van de rust. Het eten was goed, de bediening was beter en de lokale kazen waren het beste. Op de terugweg hadden we een afspraak bij wijnhuis Zorzon in Cormons / Colli, het wijnhart van Friuli. Terwijl wijnmaker Giorgio druk was op het land, vertelde Petra ons over hun wijnen, het terroir van de regio en over de culinaire geschiedenis van Friuli. Met een schuin oog keken we naar de ontknoping van de negentiende Giro-etappe werd gekeken. Dolce far niente, zouden de Italianen zeggen. Eenmaal terug in de villa thuis doken we gelijk de keuken in om het diner voor de avond voor te bereiden. Veel groenten, mooie pasta, fijnen wijnen en vooral een heerlijk gezelschap. Friuli had ons nu definitief ingepakt.
Dag 4. zaterdag 27 mei De dag van de Giro
Zaterdag stond weer volop in het teken van de fiets. We begonnen met een kort groepsritje, als herstel en gewoon omdat het kon. Natuurlijk met een koffiestop, daarvoor ben je in Italia. Dan de auto in, op naar de bergen. Vanuit Tarvisio stond die dag de allesbeslissende 2oe etappe van de Giro d’ Italia op het programma: een loodzware klimtijdrit naar de Monte Santo di Lussari op de Sloveense grens. De omgeving was adembenemend, de koers mythische en de sfeer onbeschrijfelijk. We werden vrienden met massaal toegestroomde Slovenen, we moedigde Thymen Arensman en Bauke Mollema aan en waren getuigen van een historische ontknoping. Ondanks het kettingincident won Primoz Roglic de tijdrit en de Giro. Daar stonden wij dan, te midden van dit Sloveense volksfeest: een wielerherinnering voor het leven. Na de koers stopte we in het bruisende Udine voor een aperitivo. Tijd op na te genieten en de dag af te sluiten met fantastische pizza’s bij Pizzaria Alla Lampara (tip van Michele).
Dag 5. Zondag 28 mei Koninginnerit – Tapa Reina
De koppies stonden strak aan het ontbijt, extra broodje, extra koffietje, extra banaantje. De Koninginnedag stond op het programma en zou ons voeren door de Julische Alpen met een kort uitstapje naar Slovenië. Vier beklimmingen van formaat, 100 kilometer en ruim 2000 hoogtemeters. Het was de rit met talloze lieflijke dorpjes, indrukwekkende vergezichten over diepgroene bergkammen, keihard zwoegen en volop genieten. Halverwege trakteerde Martijn de groep op een lunch vanuit de bus met uitzicht op de waterval. Iedereen keek met voldoening en trots terug op het voltooien van de monsterrit. Na de lange fietsrit was het goed Aperol drinken op het villabalkon, compleet met een tafel vol lokale kaas- en vleeswaren en de beentjes omhoog. Martijn verzorgde aansluitend een heerlijk diner met lokale ingrediënten als asperges, schelpjes en garnalen. De wijnkennis werd ook weer verder uitgebreid. Eén voor één gingen de oogjes langzaam dicht.
Dag 6. Maandag 29 mei San Simeone en door naar Carnia
Op maandag was er voor de liefhebbers nog tijd voor één laatste fietsritje: op en neer naar de Monte San Simeone. Een onbekende maar taaie klim, een smal bosweggetje met 17 haarspeldbochten zou ons leiden naar de top. Net onder de top was de weg vanwege onderhoud alleen versperd, maar het mocht de pret niet drukken. Het uitzicht over de Tagliamento rivier was prachtig en de stilte voelbaar. Kop over kop snelden we terug naar onze villa, we hadden afgesproken om op tijd terug te zijn. Aan het einde van de middag trokken we met de auto naar de Carnische Alpen. Een weerzien met cheffin Anna Cosetti, speciaal voor ons opende zij haar restaurant Inn Pik, gelegen in het zeer pittoreske bergdorpje Pesariis (klokkenhoofdstad). Eerst kregen we een verplichte rondleiding door het dorp en het klokkenmuseum. Eenmaal terug bij het restaurant stond wijnmaker Luca van Venchiarezza al klaar met het aperitief. Anna kookte voor ons typische bereidingen uit de Carnische keuken en Luca schonk rijkelijk zijn wijnen. Oude bekenden uit de buurt schoven nog aan, de lokale likeuren werden tevoorschijn gehaald. De verhalen werden sterker en er werd tot in de late uurtjes genoten. De perfecte afsluiting van een onvergetelijke culinaire fietsweek in Friuli.
1e Culinaire Fietsreis Valtellina (IT) mei 2022 Reisverslag
In het voorjaar van 2022 trokken we (Ties en Martijn) met een groep enthousiastelingen naar het Noord Italiaanse Valtellina voor de allereerste Culinaire Fietsreis. Wat begon als een wild plan tijdens een ‘coronadiner’ leidde tot een onvergetelijke week van fietsen, wijnproeven, koken, eten en genieten van het Italiaanse leven.
Ons verblijf: de Villa en het Kasteel
De eerste 5 nachten verbleven we in Villa del Luppo (de naam van onze groep, gruppo lupo Valtellina was al snel geboren). De villa lag in het hart van de Valtellina vallei bij het dorp Tresenda en op ongeveer een half uur van Sondrio. De zeer luxe villa was van alle gemakken voorzien: ruime stijlvolle kamers, grote keuken, lounge terras en een heerlijke ruime living. Het uitzicht op de bergen, de omringende wijngaarden en de tuin met zwembad maakte de villa ‘hors categorie’. Voor de laatste twee nachten deden we er nog een schepje bovenop. Het verblijf in Castello Foppoli (12e eeuw) dicht bij Tirano zorgde ervoor dat we ons even koning, koningin en kroonprins waanden. Het kasteel gelegen aan de voet van de iconische wielerberg de Mortirolo was sprookjesachtig, de uitzichten onovertroffen en de jacuzzi een cadeau.
Het fietsen (met als klapper Il Giro)
De week begon op de dag na aankomst met een koffieritje naar Sondrio, een ‘pittig bakkie’ dat wel. De eerste twintig kilometer liepen nog door het dal over een mooi fietspad langs de rivier de Adda. Aan onze rechterkant zagen we de liefelijke wijndorpen op de stijlle hellingen liggen. Afslaan was dus klimmen. De toon werd gezet voor de rest van de week, in Valtellina is klimmen ook écht klimmen! Met de eerste 60 kilometer in de benen kwamen we thuis.
Een dag later was het tijd om het parcours van de 16e Giro-etappe te verkennen. Eerst maar eens klimmen naar het dorp Teglio, dat was al een hele kluif. Eenmaal afgedaald naar de rivier stratte de loodzware klim over de Passo di Santa Cristina. De benen werden serieus getest. Op de top aten we bij Cascina Biancotti in een idyllische setting Pizzocheri. Het regionale pastagerecht met boekweit, lokale bergkaas, kool en aardappel. Zware kost maar overheerlijk. De eigenaar liet ons vol trots zijn kaas en worst kelder zien. Na een pittige afdaling via Aprica zat de eerste serieuze etappe erop.
Op zondag stond La tappa reina naar Campo Moro op het programma. Vanuit Sondrio was het bijna 2000 meter klimmen! Een flinke knauw, maar eenmaal boven bij het meer werden we beloond met schitterende vergezichten en een heerlijke lunch van de chef. Afdalen naar Sondrio was een cadeautje, op het centrale plein was het tijd voor ijs en koffie.
Op de dag voor ons vertrek trok de Giro d’Italia door Valtellina. Het parcours van de 16e etappe liep letterlijk voor ons kasteel langs. De helft van de groep besloot ’s ochtends nog een extra uitstapje te maken naar de Stelvio. Vroege wekker, ontbijt in de auto, om 8 uur op de fiets om vanuit Bormio de Koningin aller Alpenpassen te overwinnen. Klimmen naar 2750 meter langs sneeuwmuren: Sereen, rustig, verlaten; een prachtervaring. Terug in het kasteel stapten we met de hele groep gauw op de fiets om over het officiële parcours naar de beklimming van Teglio te fietsen. Hier zagen we de coureurs een eerste keer langskomen, waarna we met een listige binnendoor route richting de Passo di Santa Cristina trokken en de renners voor een tweede keer konden aanmoedigen. Een droomdag!
Het culinaire programma
Onze eerste afspraak was bij Mamete Prevostini. Dit oude wijnhuis wordt gezien als de grondlegger en het geweten van de wijnproductie in Valtellina. Bij het oude klooster van San Lorenzo liepen we door de wijngaarden en kregen uitleg over de vallei, het klimaat en de geschiedenis van de Valtellina. In de wijnkelder maakten we kennis met de verschillende wijnen van Mamete. Van de Botonero IGT, de Monrosé tot de Valtellina Sforzat Een zeer prettige eerste kennismaking met de regio en haar wijnen. Op advies van Mamete sloten we de avond af bij Trattoria Traversi in Berbenno, een voltreffer. Huiselijk en heerlijk.
Na de intensieve fietsdag en de stevige lunch op de tweede dag deden we het verder rustig aan. Na een middagje luieren gingen we na een heerlijk Aperol-spritz aperitief gezamenlijk de keuken in. Een ontspannen ‘bruschetteria’ was een perfecte afsluiting van de dag.
Op zaterdagochtend was het tijd om naar de boerenmarkt in Sondrio te gaan. Met de auto welteverstaan. Lekker koffiedrinken, rondslenteren en natuurlijk inkopen doen voor de kookworkshop later op de dag. Met tassen groenten, verse lokale kazen, alles wat er goed uitzag namen we mee om ’s avonds te bereiden. De rest van de dag was piano piano: even aan het zwembad liggen, ijsje eten, boekje lezen. ’s Avonds maakte we heerlijke salades, risotto met verse doperwten en robiolo kaas. Na het eten zaten we nog lang buiten met een goed glas Valtellina wijn.
Na de Koninginnenetappe op zondag hadden we een afspraak bij bierbrouwer Stefano van Revertis. In een super gastvrije festivalachtige setting proefden we zijn verschillende craft bieren en kregen een rondleiding door de brouwerij. Stefano zat vol mooie verhalen en behandelde ons als lang verloren vrienden. We sloten de dag af met pizza bij Al Grano Antico.
Op maandagochtend voor ons vertrek naar Castello Foppoli hadden we dicht bij de villa een afspraak met Elena Fay. Elena leidde ons rond door de serene wijngaarden en vertelde over de verschillende wijnen, percelen en het belang van terroir voor hun wijnen. In het prachtige gerestaureerde proeflokaal in de wijngaard liet Elena ons de wijnen van Fay proeven: verfijning, topkwaliteit en liefde. Bij aankomst later die middag in ons nieuwe verblijf Castello Foppoli kookte Martijn een eenvoudige pasta lunch. ’s Avonds sloten we de dag feestelijk af met een ontspannen diner bij Merrizi in Tirano.
Na de Giro d’Italie op dinsdag hadden we onze laatste eetafspraak bij ristorante Orterie in Stazzona. Chefin Rie en haar man trakteerde ons op een unieke avond waarbij de Japans-Italiaanse vegetarische cuisine centraal stond. Later die avond gingen de remmen nog één keer los en werd er uitbundig gedanst, gedronken en tot in de late uurtjes gechilled in de jacuzzi van het kasteel. Grazie grazie grazie Valtellina, a doppa. Gruppo Lupo Valtellina
Culinaire Reis Friuli voorjaar 2016
In het voorjaar van 2016 nam ik een groep van 10 enthousiastelingen mee op een culinair avontuur naar één van mijn favoriete regio’s in Italië Friuli. We verbleven 5 dagen in agriturismo La Faula nabij Cividale en doorkruiste de regio en ontdekte alle culinaire geheimen: Prosciutto uit San Daniele, de kazen van Zoff, de koffie uit Triest, de olijfolie uit Carso en de lokale wijnen uit Collio en nog heel veel meer. Om een idee te krijgen een kort verslag van onze belevenissen in de bergregio Carnia.
Tijdens de voorbereidingen voor de Culinaire reis naar Friuli (22/26 juni 2016) stuitte ik regelmatig op de naam Gianni Cosetti. Chefkok Cosetti runde jarenlang het restaurant Roma in het noordelijk gelegen stadje Tolmezzo (regio Carnia). Het verhaal gaat dat hij eigenhandig de Carnische bergkeuken groot heeft gemaakt. De beroemde Italiaanse gastronoom Luigi Veronelli noemde hem de ‘modernste kok van Italië’. Cosetti was een regiokok avant la lettre. Toen andere koks dweepten met overzeese producten zocht hij het juist dicht bij huis. Waar je ook komt in Friuli, chefkoks buigen nederig het hoofd als de naam van Cosetti valt. Het restaurant Roma is niet meer en chef Cosetti is helaas overleden.
Op zoek naar een kookworkshop in Carnia kwam ik in contact met de uiterst vriendelijke en enthousiaste Anna. Al snel was duidelijk dat onze passie voor koken en Friuli wederzijds was. Een avond om samen te koken was snel gevonden en een programma was zo gemaakt. Anna betrok lokale producenten en leveranciers van honing, kruiden, kaas, jam en wijn bij de avond en had ideeën te over. Anna stuurde mij het menu en boven aan de receptuur viel mijn oog op de naam van haar bedrijf: Cucina Cosetti…..het zou toch niet……
Na een mooie rit vanuit San Daniele naar het noordelijke Carnia kwamen we aan het einde van de middag aan in Tolmezzo. Zoals afgesproken zou ik bellen als ik er was. Anna vroeg me, waar sta je? Nou voor een groot restaurant, restaurant Roma ken je dat? Ja, dat kende ze wel. Roma was het restaurant waar het vader vele jaren de chefkok was en waar zij als meisje van 15 de eerste kneepjes van het vak leerde.
Anna nam ons mee naar de keuken van restaurant Al Pescatore in de bossen bij Cavazzo. Een klein leger aan sommeliers, producenten, leveranciers, assistenten en vertalers stond ons op te wachten. Wat ontstond was een onvergetelijke kookavond. Er werd geproefd, gedronken, gelachen, geleerd, geluisterd, gekookt, geroken, getoast, en vooral heel erg genoten. Hoogtepunt was het maken van de lokale cjalzòns.. Een ravioli van hard deeg gevuld met lokale kruiden, ricotta en rozijn (boerenjongens – regazzi agricoltori). Eenmaal gekookt worden ze geserveerd met gesmolten boter, gerookte ricotta en salie. Heerlijk! Maar ook de appeltaart met basilicum was een hit. Tegen 23.00 uur namen we pijn in ons hart afscheid, de nacht in en terug naar La Faula.
Salone del Gusto – Turijn – Piëmonte oktober 2014, 2016 en 2018
Ik ben gek op Italië; de cultuur, de taal, de landschappen, maar vooral de gastronomie. Iedere regio heeft zijn eigen wijnen, speciale pasta’s, ham en worst, kaas en olijfolie. De regionale keukens zijn ongeëvenaard en de variatie ongekend. Je kunt al dit lekkers in één weekend beleven, proeven en ervaren. Hoe? De Salone del Gusto Beurs in Turijn, de ultieme Italiaanse Culinaire beurs georganiseerd door Slow Food – een internationale non-profit organisatie gericht op ambachtelijk, puur en eerlijk voedsel. In het najaar van 2014 nam ik 10 Italië-tifosi mee naar Turijn voor een onvergetelijke culinaire reis naar de Salone del Gusto en de wijnregio Piemonte. Wat een indrukken, wat een smaken, wat een verhalen en wat een genot. Onderstaand een kort verslag van één van de deelnemers en reacties op onvergetelijke reis.
Van 24 t/m 27 oktober 2014 vond de Culinaire reis Piemonte van EETWIJN plaats. Op de dag van aankomst werden we door een gids rondgeleid door ‘culinair’ Turijn en aten bij Taverna dell Oca. De tweede dag bezochten we de wijnhuizen Olim Bauda in Nizza Montferrato (topproducent van Barbera) en Conterno Fantino (beroemd Barolo wijnhuis) in Langhe Montforte d Alba. Zowel Gianni van Olim Bauda als Chiara van Conterno ontvingen ons met heel gastvrijheid. We genoten van de lunch bij Le 2 Lanterne in Nizza compleet met witte truffel, de wijnen van Gianni en veel regionale specialiteiten. De dag werd afgesloten met een heerlijk diner bij Osteria Catari in Monforte d Alba.
Op zondag bezochten we de Slow Food beurs – Salone del Gusto in de oude Fiatfabriek Lingotto – De Salone del Gusto. Een dag lang lieten we ons verrassen, verbazen, overladen, onderdompelen in al het moois wat Italie te bieden heeft op het gebied van lekker eten. Hetty Vogel van SOGNO liet ons de Puglia hal zien, zij is kenner van de regio en gaf uitleg bij al het lekkers van de streek.. We brachten heel wat uurtjes door in de Enoteca van de beurs waar meer dan 900 wijnen te proeven zijn uit Italie. De dag werd afgesloten met een glas wijn een een lekkere primi bij fenomeen Eataly aan de Via Nizza. De dag van vertrek slenterde we door de prachtige binnenstad van Turijn, in het oude centrum dronken we een koffie, aten een broodje en dachten terug aan al het moois van de voorbije dagen. Met veel eet en wijn herinneringen, inspiratie en plezier stapte we weer op het vliegtuig naar Amsterdam. Grazie 1000 Torino, Piemonte, Salone. A Presto!